Het aanbod van onderzoeksmethoden is groot waardoor je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Daarom geef ik je in deze blog een handig overzicht met verschillende onderzoeksmethoden.
In dit overzicht maak ik onderscheid tussen kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden. Wil je hier meer over weten? In mijn vorige blog ‘Keuze: kwalitatief onderzoek of kwantitatief onderzoek’ vind je informatie over het verschil tussen deze twee soorten onderzoek.
1. Kwalitatief onderzoek
- Groepsgesprek: Gesprek of discussie met meerdere mensen over één of meerdere onderwerpen.
- Individueel interview: Gestructureerd of ongestructureerd gesprek met één persoon waarin je gedetailleerd ingaat op één of meerdere onderwerpen.
- Literatuuronderzoek: Onderzoek waarin je aan de hand van een probleemstelling gebruik maakt van onderzoeken, theorieën en informatie die al beschikbaar zijn (bijv. van een bibliotheek of op het internet)
- Mysteriebezoeker: Onderzoeksmethode waarin je experts inzet die zich als klant of bezoeker gedragen en de kwaliteit van een dienst of organisatie beoordelen.
2. Kwantitatief onderzoek
- Observeren: Het observeren van daadwerkelijk gedrag en het registreren van reacties.
- Vragenlijsten: Registratie van gegevens en meningen van groepen mensen door middel van een vooraf opgestelde vragenlijst. Deze vragenlijst kun je digitaal of schriftelijk laten invullen door een grote groep mensen.
- Scheurkaartjes: Onderzoeksmethode waarbij je op een snelle manier een grote groep mensen één vraag laat beantwoorden. Dit kan bijvoorbeeld door het publiek voor een voorstelling een papiertje met daarop een stelling te geven. Na de voorstelling kan het publiek door een scheurtje in het papiertje te maken, aangeven of ze het eens of oneens zijn met de stelling.
- Bestaand bronnenonderzoek: Het uitvoeren van onderzoek met behulp van bestaande datasets met kwantitatieve gegevens die al door andere onderzoekers zijn verzameld. Je gebruikt dan de dataset nog een keer, maar dan om een nieuwe vraag te beantwoorden.
- Informele gesprekken: Tijdens een informeel gesprek dat toch al plaats vindt, stel je een paar specifieke vragen. Dit registreer je achteraf en herhaal je bij meerdere respondenten. De respondenten weten niet dat ze meedoen aan een onderzoek.
- Tien minuten gesprekken: Korte interviews om achter ervaringen, meningen en motivaties van respondenten te komen. Vooraf wordt gezegd hoe lang het gesprek duurt. Er kan een timer gezet worden.
- Tracking: Het volgen van respondenten (bv. bezoekers van een museum of klanten van een winkel) door een ruimte. Dat kan gedaan worden via de wifi of bluetooth van hun eigen apparaten, maar ook met en apparaatje dat je aan respondenten meegeeft, waarmee je hen volgt.
- Logboek: Document (digitaal of schriftelijk) waarin je bezoekers of deelnemers gebeurtenissen en/of specifieke data laat vastleggen.