Er zijn verschillende soorten aselecte steekproeven te onderscheiden: enkelvoudige aselecte steekproef, systematische steekproef, getrapte steekproef, gestratificeerde steekproef, disproportioneel gestratificeerde steekproef en de geclusterde steekproef. Deze methoden worden nu omschreven en met behulp van eenvoudige voorbeelden wordt getracht de steekproeven begrijpelijk te maken.
In een enkelvoudige aselecte steekproef heeft elk element uit de onderzoekspopulatie een even grote kans om in de steekproef terecht te komen.
Bij deze methode wordt de gehele populatie op een systematische wijze doorlopen. Het volgende voorbeeld geeft eenvoudig weer hoe een systematische steekproef op praktische wijze kan worden toegepast.
Voorbeeld: u hebt een bestand van 7500 adressen en daaruit dient een steekproef van 150 adressen getrokken te worden. Een eenvoudige berekening (7500/150) leert ons dat er op elke 50 adressen één adres getrokken dient te worden. Vervolgens wordt nu eenmalig aselect een toevalscijfer getrokken onder de 50. Stel dat dit toevalscijfer 3 is, dan worden vervolgens het 53e, 103e, 153e enzovoort adres in de steekproef opgenomen. Het is belangrijk bij deze methode van steekproeftrekken dat de gehele populatie wordt gesorteerd op een bepaald kenmerk, waarbij voorkomen moet worden dat er een niet- toevallige factor bij insluipt.
Met onze populaire steekproefcalculator kunt u eenvoudig de steekproefgrootte voor uw onderzoek bepalen.
Een getrapte steekproef bestaat uit meerdere steekproeftrekkingen. De steekproeftrekkingen worden in verschillende stadia afzonderlijk en na elkaar verricht (zie voorbeeld). Het staat niet vast hoeveel stadia er doorlopen moeten worden. Er kan zowel een tweetrapssteekproef genomen worden als een drietrapssteekproef.
Voorbeeld: bij een getrapte steekproef is er bijvoorbeeld een lijst waaruit in eerste instantie scholen worden getrokken, waarna vervolgens binnen die scholen leraren aselect worden geselecteerd. Bij een meertrapssteekproef kan er bijvoorbeeld voor worden gekozen om de lijst eerst te verdelen in verschillende soorten scholen, en vervolgens per groep een aantal scholen te selecteren.
Een populatie kan worden ingedeeld in groepen, bijvoorbeeld: kleine scholen en grote scholen, of leerlingen in verschillende leerjaren, of regio’s in het land. Deze deelpopulaties worden ‘strata’ genoemd. Bij een gestratificeerde steekproef wordt per stratum een enkelvoudig aselecte steekproef getrokken. De verdeling naar omvang van de deelsteekproeven dient evenredig te zijn aan de verdeling naar omvang van de strata.
Een disproportioneel gestratificeerde steekproef is een gestratificeerde steekproef, waarbij de verhoudingen van de strata in de steekproef ongelijk zijn aan de verhoudingen van de strata in het steekproefkader. Om tot representatieve uitkomsten voor de gehele doelgroep te komen, moet in dit geval een weging van de resultaten plaatsvinden.